Europa, schaf rapportage van anticorruptiebeleid niet af

Europa, schaf rapportage van anticorruptiebeleid niet af
TROUW DONDERDAG 4 MEI 2017

Willeke Slingerland, docent/onderzoeker aan hogeschool Saxion. Promoveert aan de VU Amsterdam op netwerkcorruptie

Corruptie is complex en veelal gelinkt aan andere serieuze misdrijven zoals drugs- en mensenhandel

In stilte besloot de Europese Commissie haar anticorruptierapport, het hart van het anticorruptie – beleid van de EU, te begraven.

Tot grote verbazing van de nationale corruptiecorrespondenten, die betrokken zijn bij de totstandkoming van het rapport en van wie ik er één ben. Net als mijn collega-correspondenten uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Portugal, allen wetenschappers, ben ik ervan overtuigd dat de commissie hiermee een fout begaat, op een uiterst ongelukkig moment. Want meer dan ooit domineren corruptieschandalen regelmatig de krantekoppen.

In 2014 publiceerde de commissie haar eerste anticorruptierapport om de strijd tegen corruptie van individuele lidstaten te monitoren. Dit rapport, een initiatief van het Europees Parlement, zou elke twee jaar verschijnen. Het bevat belangrijke informatie over corruptiezaken en corruptietrends binnen de EU en schetst de beleidsontwikkelingen binnen lidstaten. Per sector worden de corruptierisico’s in kaart gebracht en wordt de relatie tussen corruptie en andere misdrijven zoals fraude en witwassen aangetoond. En natuurlijk ontbreken de concrete aanbevelingen, gebaseerd op uitgebreid onderzoek van de lokale correspondenten, niet.

Het 2014 anticorruptierapport belicht zowel de positieve als negatieve aspecten van de aanpak van corruptie van de lidstaten en beoordeelt de mate waarin hiermee is voldaan aan de EU-regelgeving en het beleid, bijvoorbeeld op het gebied van aanbestedingen, financiële fraude en witwassen.

Het rapport biedt een belangrijk referentiekader voor de strijd tegen corruptie binnen Europa. Zo kan de commissie de prestaties van de nationale overheden ondersteunen en versterken en hen overtuigen om verdere stappen te zetten.

Nu blijkt dat dit eerste anticorruptierapport tevens het laatste is. Buiten het zicht van de internationale media heeft vicevoorzitter van de commissie Frans Timmermans op 25 januari besloten om het rapport niet meer op te stellen, al is het onderzoek voor de tweede editie grotendeels afgerond. Helaas komt dit voorgenomen besluit niet als een verrassing.

Van alle evaluatiemechanismen is het anticorruptierapport het meest doorwrocht en controversieel. De potentiële impact ervan wordt door sommige lidstaten gevreesd.

De beslissing om te stoppen met het rapport is een grote klap voor het voldoen aan artikelen 67 (3) en 83 van het EU Werkingsverdrag (VwEU). Deze verplichten de EU maatregelen te nemen om criminaliteit te voorkomen en te bestrijden, onder meer door het bepalen van minimale straffen en te voldoen aan de doelstellingen voor het bestrijden van economische criminaliteit en corruptie.

Corruptie is een complex, grensoverschrijdend fenomeen, veelal gelinkt aan andere serieuze misdrijven zoals drugs- en mensenhandel. Anticorruptie vraagt om een nauwe samenwerking tussen lidstaten en de handhavende en controlerende instanties van de EU, alsmede adequate uitwisseling van inlichtingen en informatie.

Het EU anticorruptierapport is geen perfect instrument, maar wel een eerste serieuze poging om corruptiebestrijding binnen de EU vanuit een beleidsperspectief serieus te nemen. Ook biedt het een duidelijk kader met geldende gemeenschappelijke normen voor alle lidstaten en niet enkel voor kandidaat-lidstaten.

Met het verdwijnen van het anticorruptierapport is het EU-beleid ten aanzien van corruptiebestrijding onduidelijk geworden. Als correspondenten roepen wij daarom de Europese Commissie en het Europees Parlement op om hun eigen anticorruptie-agenda te omarmen en het eerste echte EU-brede controle-instrument in stand te houden.

Nieuwsbrief