overgenomen uit NRC Handelsblad, vrijdag 24 augustus 2012 van  redacteur Kees Versteegh:

Een ton voor de partij, leuk maar gevaarlijk

Twijfels over ‘v r i e n d e n s t i ch t i n g e n ’ van VVD

De VVD financiert haar verkiezingscampagne deels met vriendenstichtingen. Bij wie komt dat geld vandaan? Daarover is maar weinig bekend. ‘Je moet hier niet mee sjoemelen’

Oud-VVD-voorzitter Eenhoorn

Den Haag. Swolla, het periodiek van de VVD-afdeling Zwolle, bracht december 2010 belangrijk nieuws voor de leden. „Op advies van het hoofdbestuur van de VVD” was besloten tot de oprichting van een vriendenstichting die in de Zwolse regio geld voor de partij moest gaan inzamelen. „Het idee van het hoofdbestuur was dat plaatselijke ondernemers zich gemakkelijker binden aan de partij dan nationale bedrijven”, vertelt Jur Zandbergen, voorzitter van zowel de vriendenstichting als van de VVD-afdeling Zwolle. „G e d a ch t werd aan enkele duizenden euro’s extra inkomsten per jaar voor onze lokale partijkas.” De teller bleef steken op een paar honderd euro. „Dat viel dus tegen”, constateert Zandbergen droogjes. „We organiseerden een tennistoernooi en een pastadiner, waar deelnemers extra voor moesten betalen. Het liep niet storm.”

Er gebeurde nog iets anders. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 stond een medewerkster van een advocatenkantoor in Zwolle op de lokale VVD-lijst als lijstduwer. Het was hetzelfde advocatenkantoor dat de kosten van de oprichting van de VVD-vriendenstichting op zich had genomen. „Dat doen we niet meer”, zegt Zandbergen. „Het is beter om elke schijn van verstrengeling te voorkomen.”

Ook de toekomst van de Zwolse vriendenstichting staat ter discussie. „Ons bestuur gaat bekijken of die stichting wel de juiste vorm is, genoeg oplevert en niet te veel gedoe geeft.” Is het wel succesvol? Is het wel transparant? Dat zijn de vragen die VVD-bestuurders zich steeds meer stellen over het beleid van het hoofdbestuur om via vriendenstichtingen in het land extra geld op te halen. Bas Eenhoorn, partijvoorzitter van de VVD van 1999 tot 2003, noemt die stichtingen „riskant” en „b ij z o n d e r intransparant”.

Ook Dick Tempelman, bestuurslid van de Haagse steunstichting Jan van Nassau, toont reserves: „We leggen weliswaar verantwoording af aan het hoofdbestuur van de VVD, maar daar heeft de buitenwereld natuurlijk niets aan.”
Waar de meeste politieke partijen hun (campagne-)activiteiten financieren via overheidssubsidies, contributies, verplichte afdrachten of bedelacties onder leden en sympathisanten, investeerde de VVD het laatste decennium in stichtingen die extra fondsen moeten werven. Nationaal is er inmiddels een handvol van deze VVD-clubs. Lokaal zijn het er rond de tien. De bekendste is de Stichting Vrienden van de VVD van oud-minister Frank de Grave en vastgoedmagnaat Cor van Zadelhoff. In 2010 maakte die 465.000 euro over naar de partij. In totaal gaf de partij 2,5 miljoen uit aan de campagne.
„Door al die stichtingen weten we veel te weinig over de herkomst van het geld”, zegt oud-voorzitter Bas Eenhoorn, die bezig is aan een boek over zijn partij en over campagnefinanciering. „Wat heb ik er nou aan als ik in ons jaarverslag lees dat één van die stichtingen een ton geeft aan onze partij, zonder dat ik weet welke geldgever hoeveel heeft gegeven? Dat is bijzonder intransparant. Ik maak me daar zorgen over. Je moet met zulke dingen niet sjoemelen.”
Doorzichtigheid en controleerbaarheid van partijfinanciën op lokaal niveau zijn zo mogelijk nog belangrijker, zegt Eenhoorn, tegenwoordig burgemeester van Alphen aan den Rijn. „Daar heb je vaak ondernemers die tegen een wethouder zeggen: joh, regel dat even. Het gaat dan bijvoorbeeld over grondkwesties, of over vergunningverlening.
Als je dan een vriendenstichting hebt die onder diezelfde ondernemers fondsen werft, loop je als partij een r i s i c o. ”

Boudewijn Revis, directeur van het landelijk partijkantoor van de VVD, noemt Eenhoorns zorgen „terecht en legitiem”. „Maar wij houden ons aan de huidige wet. Zolang die geldt, streven we naar maximale transparantie, bijvoorbeeld door de bijdragen van de stichtingen in ons jaarverslag te vermelden.” Ook Arno Brok, voorzitter van de VVD-bestuurdersvereniging, vindt een nadere discussie „altijd goed, al zie ik daar op de korte termijn helemaal geen aanleiding toe.” En passant vertelt Brok over een andere inkomstenbron voor zijn partij, waar geen stichting aan te pas komt. Door het succes van de VVD is zijn vereniging, waarvan elke VVD-politicus en -bestuurder lid is, gegroeid als kool. Daardoor is er veel meer contributiegeld in kas. De vereniging besloot onlangs dan ook twee ton aan de moederpartij over te maken, tien keer zoveel als normaal.

Nieuwsbrief