Corruptie ligt ook in Nederland op de loer

Corruptie ligt ook in Nederland op de loer

11-03-2014 22:00 | Prof. dr. Eelke de Jong, Reformatorisch Dagblad

De banden tussen overheid en bedrijfsleven zijn in Nederland, net als in Oekraïne, soms te innig, aldus prof. dr. Eelke de Jong. De auteur is hoogleraar internationale economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Een belangrijke drijfveer achter de afkeer van Janoekovitsj en de zijnen was dat hij in de korte tijd van zijn presidentschap voor zichzelf en zijn familie een groot vermogen had vergaard. Een van de methodes die hij gebruikte, was om bij de verkoop van staatsbedrijven alleen een bedrijf van een familielid en een ander bedrijf als bieder toe te laten. De laatste was vaak nep. Het resultaat: een staatsbedrijf kwam voor een zeer zacht prijsje in handen van een familielid. Zo heeft de zoon van Janoekovitsj, die tandarts is, een vermogen van ongeveer 500 miljoen dollar verworven. Hierachter zat natuurlijk ook een bank, die vaker overheidsbetalingen afwikkelde.

De beschreven handelwijze kwam op andere manieren ook terug in het dagelijks leven. Wie zaken wilde regelen, moest bijbetalen. De betogers op het Maidanplein (en velen met hen) waren dit zat. Ze wilden een gewoon leven waarin je niet voor alles extra moest betalen en waarbij de rijkdom van het land niet in de zakken van een elite verdween.

Hiermee is de corruptie in Oekraïne een goed voorbeeld van wat in de literatuur als ”grand corruption” bekendstaat. Deze vorm van corruptie heeft verschillende kenmerken. Zo zijn de banden tussen de overheid en het bedrijfsleven zeer innig, zodat men vindt dat men elkaar diensten moet bewijzen. Bedrijven sponsoren politici en die trekken op hun beurt sommige bedrijven voor. Om de belangen van bepaalde bedrijven te verdedigen wordt zelfs wetgeving aangepast.

Lobby

Gelukkig kennen we in West-Europa een dergelijke vorm van corruptie niet, zult u denken. Gedeeltelijk heeft u gelijk. Volgens veel internationaal onderzoek (met name van de organisatie Transparency International) scoren westerse landen goed wat het niveau van corruptie betreft. Toch wil ik betogen dat ook in ons deel van de wereld de banden tussen overheid en bedrijfsleven (en banken) weleens te sterk zijn en tot op corruptie lijkende praktijken leiden.

In Duitsland zijn de zogeheten Landesbanken nauw betrokken bij de verschillende crises waarmee we de afgelopen jaren te maken kregen. Deze banken zijn eigendom van overheden en rijk. Zo bezit de vrijstaat Beieren de Bayerische Landesbank en Noord-Rijnland Westfalen de WestLB. Politici zitten meestal in de raad van commissarissen. Deze banken hebben niet alleen met risicovolle beleggingen in bijvoorbeeld IJsland, maar ook met prestigieuze projecten in eigen land verliezen geleden. Dat waren projecten waarmee politici wilden scoren. In Spanje spelen

geleden. Dat waren projecten waarmee politici wilden scoren. In Spanje spelen vergelijkbare problemen bij de zogeheten ”cajas”. Dit zijn coöperatieve banken waarin lokale politici vaak een grote invloed hebben. Maar er spelen nog meer problemen in landen die volgens Transparency International niet corrupt zijn. Die zijn voor een deel vergelijkbaar met problemen in corrupte landen, alleen noemt men het dan geen corruptie maar lobby. Verschillende voorgestelde maatregelen om banken veiliger te maken zijn bijvoorbeeld door die lobby van banken verzacht. Dat valt nog positief te beoordelen als verscherpte maatregelen tot veel minder kredietverlening zouden leiden. Maar het kan er ook voor zorgen dat er een volgende crisis ontstaat.

Zo had in de jaren negentig van de vorige eeuw de voorzitter van de toezichthouder op de Amerikaanse beurs door dat het mogelijk was erg rijk te worden door op de rand van het wettelijk toegestane te handelen. Hij ontwikkelde een wet die dat zou moeten tegengaan. Grote bedrijven, waaronder banken, gaven echter omvangrijke giften aan leden van het Amerikaanse Congres. Het Congres dreigde de financiën van de toezichthouder te blokkeren als de voorzitter het wetsvoorstel niet introk. Na het barsten van de internetbubbel in 2002 werd deze wet alsnog ingevoerd. Alleen was toen het onheil al geschied.

Transparantie

Al deze voorbeelden illustreren dat een innige band tussen politici en bedrijfsleven kan leiden tot grote maatschappelijke kosten. Deze kosten kunnen op verschillende manieren worden voorkomen. Bij leningen en steunoperaties kan men meer nadruk leggen op het bestrijden van corruptie. Zo lijkt het mij bijvoorbeeld belangrijker dat in Griekenland de rijken meer belasting gaan betalen dan dat staatsbedrijven worden geprivatiseerd. Het laatste verstevigt alleen nog maar de greep van de elite op de maatschappij.

Verder kan men denken aan het beperken van de mogelijkheid van commissariaten voor ex-politici. Ten slotte moet er ook transparantie zijn over de lobbyactiviteiten. Dat kan door bij een nieuwe wet ook te vermelden met wie er over het voorstel is gesproken. Gelukkig wordt dat in Nederland deels al gedaan. De vraag is wel of we daarin niet nog meer moeten doen.                                                                  *****

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nieuwsbrief