Introductie: Corruptie en politieke moraal, in Civis Mundi

120901, Civis Mundi, inleiding op corruptie

Introductie: Corruptie en politieke moraal

door Wim Couwenberg, donderdag 06 september 2012                        

Introductie: Corruptie en politieke moraal

Wim Couwenberg

In liberale democratieën wordt het benutten van openbare ambten en functies ten dienste van louter particuliere doeleinden en belangen – in de feodale orde een normale zaak – ervaren als een laakbare handelwijze. Dit komt tot uiting in de politieke moraal, die in het liberaal-democratische staatstype tot ontwikkeling komt en in de afwijzing en bestrijding van corrupt gedrag. De vraag wat de geldende politieke moraal inhoudt en wat als corrupt gedrag valt aan te merken is uiteraard nauw verbonden met de ontwikkeling van de politieke cultuur en is derhalve aan periodieke her-ijking onderhevig. Wat in de ene periode acceptabel wordt geacht, kan in een andere tot ongeoorloofd gedrag bestempeld worden. Ook zijn er nuanceringen die verband houden met verschillen in politieke cultuur tussen liberaal-democratische staten. Zo is er bijv. een duidelijke verschil tussen de VS van Amerika en Nederland op dit punt.

In de politicologische literatuur is het begrip corruptogene omgeving tot ontwikkeling gebracht ter aanduiding van een politiek-sociaal milieu, waarin corruptie makkelijk gedijen kan – men spreekt ook wel van corruptie-klimaat – en heeft men een aantal factoren onderscheiden die de kans op corruptie verhogen. Een groot deel van de gangbare corruptiebestrijding is erop gericht die kans zo klein mogelijk te maken door bijv. een goede salariëring, een sterke rechtspositie, een verbod tot uitoefening van nevenfunctie (incompatibiliteiten), het zoveel mogelijk afschermen van besluitvormers tegen externe pressie of het verscherpen van toezicht en controle op het besluitvormingsproces. Dit is het meest stringent geschied t.a.v. het ambtelijk apparaat. De politici (volksvertegenwoordigers, politieke bewindslieden) hebben krachtens hun constitutionele positie een grotere speel- of handelingsruimte nodig bij de interpretatie van wat al of niet ongeoorloofd is. Daarom is de opstelling van een gedragscode voor deze categorie van ambtsdragers ook moeilijker. Toch bestaan er in een aantal landen – regels die op de een of andere manier de vrijheid van parlementariërs min of meer beperken en een zekere mate van controle op hun gedrag mogelijk maken. In de VS gaat men hierin het verst.

Lange tijd is gedacht dat corruptie als politiek gedragspatroon in een volwassen liberale democratie niet meer te verwachten viel en alleen nog zou voorkomen in de jonge staten in de Derde Wereld. Vandaar dat er in de westerse staatsrechtelijke literatuur weinig of geen aandacht aan geschonken wordt. Uit allerlei gebeurtenissen van de laatste decennia is gebleken dat corruptie ook in liberale democratieën nog altijd een hard maatschappelijk gegeven is. In de belangrijkste westerse exponent van de liberale democratie – de VS – bestaat trouwens al een lange traditie van politieke en ambtelijke corruptie. Bekend is met name de corrumperende invloed die de georganiseerde misdaad daar vaak heeft uitgeoefend op de politieke wereld en op het politiële en justitiële apparaat.

Dat het algemeen belang in de praktijk vaak tot ideologische dekmantel dient voor groepsbelangen die op sluikse of brutale wijze erdoor gedrukt worden en dat het lang niet altijd de resultante is van een zorgvuldige en evenwichtige belangenafweging, is een bekend feit. In de politieke praktijk wordt dat proces van belangenafweging voortdurend geconfronteerd met en bedreigd door de corrumperende invloed, die uitgaat van het sociale en politieke machtsspel dat zich dagelijks binnen het staatsverband voltrekt. En dat leidt ertoe dat het algemeen belang via aangepaste interpretaties ondergeschikt wordt gemaakt aan de bijzondere belangen van bepaalde machtsgroeperingen; en dat openbare functies die in het liberaal-democratische concept slechts mogen worden uitgeoefend ten algemene nutte, onder de dekmantel van het algemeen belang eenzijdig in dienst gesteld worden van de bijzondere belangen en machtsposities van bepaalde categorieën van de bevolking.

We openen in dit nummer een nieuwe rubriek, waarin met medewerking van dr. Michel van Hulten als corruptie-expert vooral aandacht geschonken zal worden aan corruptie in westerse liberale democratieën, met name de lidstaten van de OESO. In dit nummer opent Van Hulten deze rubriek met een bijdrage over Nederland als corruptieland.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nieuwsbrief